Ongeveer één op de zeven huurders van sociale huurwoningen verdient eigenlijk te veel voor de huur die wordt betaald.
Dat blijkt uit de maandag verschenen Lokale Monitor Wonen, een initiatief van onder meer Aedes (de verenigde woningcorporaties), de VNG en de Woonbond.
Bijna driekwart van de huishoudens in corporatiewoningen woont passend bij het inkomen.
15 procent van de huurders woont in een corporatiewoning waarvan de huurprijs hoog is ten opzichte van hun inkomen. Ongeveer 14 procent van de huurders woont in een huis met een huurprijs die laag is ten opzichte van het inkomen.
Meeste scheefwoners in Randstad
Uit onderstaande kaart blijkt dat het probleem van goedkoop scheefwonen – te hoog inkomen ten opzichte van de huur – het grootst is in de regio’s rond Amsterdam en Utrecht en delen van Noord-Brabant.
De bedenkers wilden een instrument om tot beter plaatselijk woonbeleid en prestatieafspraken te komen. De monitor geeft een overzicht van de betaalbaarheid en beschikbaarheid van woningen in de sociale huursector - per regio, per gemeente en soms zelfs per wijk. De komende jaren wordt de monitor uitgebreid met informatie over particuliere huurwoningen en koopwoningen.
Van de huurwoningen van corporaties heeft 11 procent een huurprijs onder de 410 euro. Bijna 60 procent van de woningen heeft een huurprijs tussen de 410 euro en 629 euro. Een kwart heeft een huurprijs tussen de 629 en 711 euro.
De huurder van een corporatiewoning is gemiddeld een derde van zijn inkomen kwijt aan woonlasten (huur, energie en lokale belastingen).